Joods werkkamp Lievelde

Het kamp Lievelde lag aan de Schansdijk, ten zuidwesten van het dorp Lievelde in voormalige gemeente Lichtenvoorde.

Het terrein was omgeven door prikkeldraad en er stonden houten barakken, een toiletgebouw en een huisje voor de waterinstallatie. De kok/beheerder woonde op het terrein.

 

In Lievelde zijn in vergelijking tot andere kampen pas laat Joodse dwangarbeiders ondergebracht. Op dinsdag 18 augustus 1942 komt een bericht op het gemeentehuis dat de volgende ochtend met de trein van 10.57 uur een aantal Joodse arbeiders op het station zullen arriveren. De mededeling, ondertekend door kok/beheerder J. Bötcher, staat verder te lezen dat de dwangarbeiders uit Dinxperlo, Lochem en Silvolde, Raalte, Deventer en Amsterdam afkomstig zijn. Het is de bedoeling dat de mannen vanuit Rijkswerkkamp "Lievelde" aan het werk gaan om een gemeentelijke zandweg te verbeteren.

 

De zandweg waaraan gewerkt wordt, is de Huttendijk ten (zuid) oosten van Lievelde, in de buurt van boerderij 'De Kamper'. De Joodse dwangarbeiders moeten de weg 'omputten' om de diepere grindlaag aan de oppervlakte te krijgen en zo de afwatering van de weg te verbeteren. Boeren uit de directe omgeving voorzien de Joodse mannen tijdens het werk, tegen alle voorschriften in, van extra voedsel.

 

Rijkswerkkamp "Lievelde" op de enige foto die van het kamp bewaard is gebleven.
Collectie mevr. Elschot-Stevens.

Voor- en achterkant van een briefkaart geschreven vanuit

het werkkamp Lievelde.
(archief Herinneringscentrum Kamp Westerbork)

Uit briefkaarten en brieven die geschreven zijn vanuit het kamp wordt ook de indeling van de dag duidelijk en wat het werk aan de Huttendijk inhoudt. Zo schrijft E. Sanders op 16 september 1942:


"...‘k Heb een heel ander leven ’s Morgens 5 uur op. Half zeven uit het kamp 7 uur op het werk wegen vernieuwen met de schop en op klompen. ± half zes weer in ’t kamp en uiterst 9 uur te bed. Wie weet hoe lang nog ik heb niet veel hoop spoedig thuis te zijn..."

 

Op 30 augustus 1942 schrijft A. Hartog vanuit Lievelde:


"Nu na omstandigheden moet ik maar tevreden zijn. We hebben gelukkig goed gezelschap aan elkaar slapen op een kamer en werken bij elkaar. We moeten in een zandweg putten graven van 1 meter diep het viel me eerst niet mede maar als je het een tijdje gedaan hebt en een beetje routine hebt opgedaan gaat het nog al." en "De werktijd is lang om vijf uur opstaan of 10 voor half zeven vertrekken op zeven uur op het werk negen tot negen 15 uur rust om twaalf uur schafttijd tot kwart voor een van drie tot kwart over drie rusten dan tot kwart voor vijf." Hij besluit zijn brief met "En toch moeten we de moed er maar inhouden en denken na regen komt zonneschijn en eenmaal zal de tijd toch komen, trouwens alle kampbewoners zijn vol goeden moed."

 

Op een gegeven moment doet N.S.B.-burgemeester Theo A. Lamers een verzoek de openbare wegen rond het kamp af te sluiten, omdat hem gebleken is dat de Joden de inwoners van zijn gemeente lastig vallen en vragen om eieren, boter en het verrichten van diensten. Tijdens een bezoek van dezelfde burgemeester krijgt de kok/beheerder nog meer klachten te horen. Volgens Lamers zijn verschillende Joden niet aan het werk en 'zogenaamd ziek'. De kok/beheerder zet hen gelijk aan het werk. Ook is er volgens de burgemeester allerlei verboden lectuur in het kamp aanwezig. Verder klaagt Lamers over het feit dat er zoveel pakjes naar het kamp worden gestuurd, dat de postbode een driewieler nodig heeft om de sigaretten, wasgoed, boter en fruit bij het kamp af te leveren. Volgens de burgemeester is het verboden fruit per de post te versturen. De kantoorhouder van de P.T.T. krijgt daarom te horen dat de pakketten teruggestuurd moesten worden naar de afzenders. Maar de kantoorhouder neemt het niet zo nauw met die verordening: hierna halen een aantal burgers de poststukken op en bezorgen die bij het kamp.

 

Op 2 oktober 1942, tegen middernacht, worden de Joodse dwangarbeiders zo onopvallend mogelijk naar het station van Lievelde gebracht en van daaruit doorgevoerd naar kamp Westerbork.

 

In 1944 werden een aantal van de vervallen barakken gesloopt. Een gedeelte van het bouwmateriaal wordt gebruikt voor herstelwerkzaamheden aan het openbare zwembad 't Meeken' bij Vragender.

Daarna blijft het lang stil. Bovengronds is niets meer te zien en de locatie krijgt (weer) een agrarische bestemming.


 

-----------------------------------------------------------------------------------------------


In 1995 wordt tijdens onderzoek in het archief van de gemeente Lichtenvoorde de map 'Joods werkkamp Lievelde' gevonden. Een artikel in de periodiek van de Vereniging voor Oudheidkunde te Lichtenvoorde en aandacht in de lokale pers is het gevolg. Naar aanleiding hiervan komen er een aantal reacties en komt ook de enige foto van het werkkamp aan het daglicht. Opvallend is wel hoe weinig mensen weten van het bestaan van het werkkamp.
In de jaren daaropvolgend is er gepubliceerd over het werkkamp en zijn verschillende pogingen ondernomen om bij de locatie van het voormalige kamp een herinnering te realiseren.


Bij het tijdelijke monument Levenslicht werden op 27 januari 2021 verhalen verteld. Zo ook het verhaal over het Joodse werkkamp Lievelde. Daarop volgenden er vragen in de gemeenteraad en die leiden tot de oprichting van een werkgroep. Hierin hebben  zitting vertegenwoordigers van de gemeente Oost Gelre, Scholengemeenschap Marianum, Lievelds Belang, Stichting Stolpersteine Groenlo, 4 mei comité Groenlo en Stichting  4 en 5 mei Lichtenvoorde. Het ontwerp op het monument is gemaakt door Joep Karnebeek, leerling van het Marianum.

 

Op 2 oktober 2022, precies 80 jaar nadat de Joodse dwangarbeiders naar Westerbork werden afgevoerd, is het monument ter herinnering aan het Joodse werkkamp Lievelde onthuld.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

GN - 2022-09-10 - versie 04